‘Ken je mij?’
Het jaarthema voor 2019-2020 is ontleend aan Psalm 139 in de versie van Huub Oosterhuis, bekend geworden door Trijntje. ‘Kennen’ is een kernwoord in de Bijbel. Het is een term die alle vormen van relatie beschrijft. Het gaat om kennis met diepgang, met heel je hart en ziel en verstand. Geloven is een relatie, een diepe verbondenheid, waarin je nooit uitgeleerd bent. De vraag ‘Ken je mij?’ heeft veel kanten.
1. De relatie tussen God en ons
Die wordt onderhouden in het gebed en kan groeien door actief bezig zijn met de Bijbel.
a. Kent U mij?
Dat is onze vraag aan God. Psalm 139 geeft hier helder antwoord op: Heer, U kent mij als geen ander. Met al mijn wegen bent U vertrouwd! De Bijbel staat vol verhalen van ‘horen’ en ‘zien’: dat God ons mensen in de gaten heeft! Ismaël betekent ‘God luistert’, net als Samuel. En tegen Nathanaël zei Jezus: ‘Ik zag jou al zitten onder de vijgenboom’ (Joh. 1,47-48).
Gods doorborende blik is soms ook scherp, oordelend, maar dan vooral zuiverend, reddend en heel makend. In Openbaring 5,6 heeft het Lam dat de overwinning behaald heeft zeven ogen, dat zijn ‘de zeven Geesten van God die over de hele wereld zijn uitgestuurd’. Hij ziet alles met het doel om zijn overwinning overal zijn uitwerking te laten krijgen.
b. Ken je Mij?
Dit is de vraag van God aan ons. Hij vraagt ons Hem te erkennen als onze Heer.
Kunnen wij God wel kennen? God is een geheim. ‘Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.’ (Joh. 1,18)
Hij nodigt ons uit om zijn Geheim binnen te gaan. Gods verborgen omgang vinden (Psalm 25) heeft iets van het binnengaan in een heiligdom, je komt in aanraking met Gods heiligheid. Maar volgens Hebr. 4,16 mogen we vrijmoedig naderen tot de troon van de Genade, want in dat Heiligdom van God is Jezus als Hogepriester ons voorgegaan.
2. De relatie tussen mij en de ander
Hier gaat het om onze onderlinge verbondenheid, binnen de gemeenschap en met anderen. Een warme, open gemeenschap zijn. ‘Blijf in mijn liefde’, zegt Jezus. Dat is een kwestie van kennen en gekend worden.
a. Ken ik jou?
Gemeenschap begint met de ander willen kennen. Echte belangstelling hebben voor de ander. Nieuwsgierig zijn naar wat er aan de ander anders is dan ik. Leren luisteren, oog hebben voor wat een ander nodig heeft, omzien naar elkaar. Gastvrijheid, pastorale en diaconale betrokkenheid. ‘Ik wil jou van harte dienen.’ En ‘elkaar aanvaarden zoals Christus ons aanvaard heeft’ (Rom. 15,7).
b. Ken jij mij?
We worden ook uitgenodigd onszelf te laten zien. Met onze kwaliteiten en gebreken. Eerlijk en transparant over ons falen. Dat we een gemeenschap van stuntelende, onvolmaakte mensen zijn, die door Jezus tegelijk ook heilig zijn! Je mag persoonlijk voor het voetlicht komen met wat je ontvangen hebt. Matth. 5,16: ‘laat jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’.